"Bologna ontsloeg Sinisa in september, drie maanden voor zijn overlijden. Dat had hij niet verwacht en hij reageerde er ook niet goed op", vertelde Arianna Mihajlovic, de weduwe van Sinisa, vrijdag aan de Italiaanse krant Il Messaggero.
"Ik kan het de club niet kwalijk nemen dat zij een andere keuze maakte. De club betaalde zijn salaris door tot het einde van zijn contract. Een buitengewone geste die me zekerheden bood in een periode van onzekerheid."
Sinisa Mihajlovic overleed eind 2022 op 53-jarige leeftijd aan de gevolgen van leukemie. De trainer werd in 2019 getroffen door de ziekte. Hij herstelde na een beenmergtransplantatie en chemokuur, maar had in maart 2022 een terugval. Drie maanden voor zijn overlijden werd hij ontslagen door Bologna, waarna zijn gezondheid flink achteruitging.
Mihajlovic had Bologna tot twee keer toe onder zijn hoede: van 2008 tot 2009 en van 2019 tot 2022. Ook was hij bondscoach van Servië en trainer van onder meer Fiorentina, Sampdoria, AC Milan, Torino en Sporting CP.
Als speler veroverde Mihajlovic in 1991 de Europacup I met Rode Ster. Daarna kwam de vrijetrappenspecialist uit voor AS Roma, Sampdoria, Lazio en Internazionale. Met Lazio (2000) en Inter (2006) werd de verdediger landskampioen. Ook speelde hij 63 interlands voor Joegoslavië, waarmee hij actief was op het WK van 1998 en het EK van 2000.